Calamiteitenverlof
Een werknemer heeft recht op verlof met behoud van loon voor een korte redelijke tijd (paar uur tot een paar dagen) als de werknemer de arbeid niet kan verrichten door:
- bevalling van de echtgenote of partner;
- overlijden van huisgenoten en bloedverwanten tot en met de 2e graad;
- aangifte van geboorte en overlijden voor zover dit niet in vrije tijd kon plaatsvinden;
- uitoefening actief kiesrecht voor zover dit niet in vrije tijd kon plaatsvinden;
- calamiteiten voor zover dit niet in vrije tijd kon plaatsvinden en voor zover het een onvoorziene omstandigheid betreft.
Zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegverlof
De zwangerschap en de vermoedelijke bevallingsdatum dienen schriftelijk aan jou als werkgever te worden gemeld. Dit gebeurt als volgt:
- De door de arts of verloskundige afgegeven zwangerschapsverklaring dient tijdig (4 maanden voor de vermoedelijke bevallingsdatum) aan jou als werkgever te worden verstrekt;
- Op de eerste dag van het zwangerschapsverlof of de dag vooraf dient het ziekmeldingsformulier bij jou als werkgever aanwezig te zijn;
- Het zwangerschapsverlof gaat in tussen de zesde en de vierde week vóór de vermoedelijke bevallingsdatum. De precieze datum is afhankelijk van de keus van jouw werkneemster. Zij mag, rekenend vanaf 6 weken vóór de vermoede bevallingsdatum, maximaal 2 weken langer doorwerken;
- Wanneer de bevalling heeft plaatsgevonden zal jouw werkneemster jou en de uitvoeringsinstelling hiervan zo spoedig mogelijk – binnen 3 dagen – in kennis te stellen. Jouw werkneemster ontvangt vervolgens van de uitvoeringsinstelling bericht met ingang van welke datum het bevallingsverlof wordt beëindigd;
- Wanneer jouw werkneemster na het bevallingsverlof haar werkzaamheden hervat, dient een herstelmelding te worden gedaan aan de uitvoeringsinstelling;
- Het totaal van het aantal weken verlof is minimaal 16 weken, ook wanneer de bevalling eerder dan verwacht plaatsvindt;
- Het zwangerschapsverlof bij een meerling wordt uitgebreid met 4 weken. De inwerkingtreding van deze bepaling is nog niet bekend;
- Indien de bevalling later dan verwacht plaatsvindt, wordt het totaal verlof van 16 weken verlengd met de periode dat de bevalling later dan verwacht heeft plaatsgevonden. Jouw werkneemster heeft namelijk recht op minimaal 10 weken bevallingsverlof na de bevalling;
- Indien de baby langer dan een week in het ziekenhuis heeft gelegen, dan kan het zwangerschapsverlof worden verlengd tot 10 weken na de datum dat het kind is thuisgekomen;
- Na de bevalling wordt het aantal van 16 weken verminderd met de reeds genoten weken zwangerschapsverlof (maximaal 6 weken). Het resterend aantal omvat het recht op bevallingsverlof. In de berekening van het bevallingsverlof wordt geen rekening gehouden met de dag van de bevalling;
- Tijdens het verlof ontvangt jouw werkneemster (al dan niet via jou) een Wet arbeid en zorg (WAZO) uitkering van 100% (van het maximum dagloon).
Gevallen van arbeidsongeschiktheid voor, tijdens of na het zwangerschapsverlof laten wij omwille van de omvang van het artikel buiten beschouwing. Eventuele vragen hierover beantwoorden wij uiteraard graag.
Geboorteverlof
Vanaf 1 januari 2019 is het kraamverlof van 2 dagen uitgebreid naar 5 dagen geboorteverlof.
In totaal geldt nu dus 5 werkdagen doorbetaald geboorteverlof gedurende het tijdvlak vanaf de geboorte tot 4 weken na de geboorte.
Verder geldt dat:
- jouw werknemer het verlof ten minste 2 maanden voor de uitgerekende bevallingsdatum bij jou als werkgever meldt;
- het verlof afgaat van het tegoed aan ouderschapsverlof. Dit tegoed is 26 keer het aantal uren dat de werknemer per week werkt;
Aanvullend Geboorteverlof (per 2 augustus 2022: Betaald Ouderschapsverlof)
Vanaf 1 juli 2020 kunnen partners, naast het doorbetaalde geboorteverlof van 5 werkdagen (bij een voltijds dienstverband, formeel is het eenmaal het aantal arbeidsuren per week), tot 5 weken aanvullend geboorteverlof opnemen. Dit moet binnen 6 maanden na de geboorte van het kind worden opgenomen. Zij krijgen dan via het UWV een uitkering ter hoogte van 70% van hun dagloon. Doorbetaling van het loon wordt verminderd met eventuele uitkeringen die jouw werknemer wegens zijn verlof geniet of met de onkosten die jouw werknemer door het verlof bespaart.
Ouderschapsverlof (betaald en onbetaald)
Ouderschapsverlof is van toepassing voor beide ouders. Dit geldt ook voor (onder andere) DGA’s. Je kunt als werkgever het verlof niet weigeren. Ouderschapsverlof kan worden opgenomen door een ouder die de zorg heeft voor een eigen kind, een stief-, pleeg-, of adoptiekind tot de leeftijd van 8 jaar.
Van belang is dat jouw werknemer en het kind op hetzelfde adres wonen (bepalend is de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA)) en dat jouw werknemer ook verantwoordelijk is voor de opvoeding en verzorging van het kind. Het ouderschapsverlof geldt per kind.
De duur van het ouderschapsverlof bedraagt 26 keer het aantal uren dat jouw werknemer per week (26 weken dus) werkzaam is verdeeld over maximaal 12 maanden. Een eventueel opgenomen geboorteverlof van maximaal 5 dagen wordt van het totaal afgetrokken.
Vanaf 2 augustus 2022 ontvangt jouw werknemer tijdens 9 van de 26 weken een uitkering van het UWV (aanvraag door tussenkomst van de werkgever) van 70% van het (maximum) dagloon. Dit dient opgenomen te worden in het eerste levensjaar van het kind (dus voor de eerste verjaardag). Minimaal dient 1 van de 9 weken te zijn opgenomen. De declaratie bij het UWV is achteraf en wordt normaliter uitgekeerd aan jou als werkgever. Raadzaam voor jou als werkgever is om het goed te (laten) administreren en een voorschot aan jouw werkneemster te verstrekken.
Jouw werknemer kan het verlof zelf indelen en je kunt de toestemming alleen weigeren vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen. Het ouderschapsverlof bedraagt maximaal 50% van de arbeidsduur per week. Je kunt in het geval van een naar redelijkheid en billijkheid zwaarder wegend bedrijfs- of dienstbelang het verzoek om ouderschapsverlof afwijzen. Je moet dit direct schriftelijk aan jouw werknemer kenbaar maken en het moet gaan om zwaarwegende redenen.
Jouw werknemer die het voornemen heeft om ouderschapsverlof op te nemen, dient dit ten minste 2 maanden voor het tijdstip van ingang schriftelijk aan de werkgever te melden onder opgave van:
- verlofperiode;
- aantal verlofuren per week(tijdvlak) arbeidsduur;
- tijdstip van ingang en einde van het verlof. Deze kunnen afhankelijk worden gesteld van de bevallingsdatum, einde bevallingsverlof, datum adoptie van het kind en aanvang verzorging.
Je hebt als werkgever het recht na overleg met jouw werknemer de spreiding van de verlofuren over de week te wijzigen op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen tot uiterlijk 4 weken voor aanvang van het verlof.
Advies & contact
Wil je meer weten over de verschillende soorten verlof in verband met ouderschap? Neem dan contact op met een van de gespecialiseerde P&O adviseurs van MKBzaken.