Wat beslist de Rechtbank?
Rechtbank Gelderland oordeelde dat de wettelijke basis om belastingplichtigen te verplichten eHerkenning aan te schaffen voor het indienen van een aangifte loonbelasting ontbreekt. Het feit dat de overheid een tegemoetkoming in de kosten geeft via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) verandert daar niets aan. De naheffingsaanslag en de boete gingen van tafel (ECLI:NL:RBGEL:2022:394).
In haar motivering gaat de Rechtbank uitgebreid in op de wettelijke bepalingen die het elektronisch berichtenverkeer tussen burger en overheid regelen. De kern is dat de bepaling die kleine BV’s verplicht om eHerkenning aan te schaffen is opgenomen in een Besluit. Dit Besluit is niet genomen op basis van een wettelijke bepaling, waardoor de verplichting geen wettelijke grondslag heeft. Die is er wel in de Wet digitale overheid, maar die treedt als alles meezit niet eerder dan 1 juli 2022 in werking.
Kamervragen
De Tweede Kamerleden Omtzigt, Grinwis en Ceder zagen in de uitspraak van de Gelderse Rechtbank aanleiding de staatssecretarissen van Financiën een reeks vragen te stellen. Zij willen onder meer weten of ondernemers nu simpelweg kunnen stellen dat zij geen aangifte kunnen doen, waardoor zij de belasting niet of veel later zouden kunnen betalen. Zij willen ook weten waarom de bewindslieden eerder gegeven waarschuwingen in de wind hebben geslagen en wat zij gaan doen aan de ontstane situatie. De antwoorden op deze op 21 februari 2022 gestelde vragen zijn ten tijde van het schrijven van dit artikel nog niet gegeven.
Voor de praktijk
Vooralsnog lijken de gevolgen voor de praktijk beperkt. De verplichting om eHerkenning te gebruiken geldt alleen voor een inhoudingsplichtige, zijnde een natuurlijk persoon die een onderneming drijft, met tien of minder werknemers. Ondernemers die werken vanuit een eenmanszaak, firma of maatschap kunnen wel via het oude portaal met (gratis) DigiD aangifte doen. Voor bedrijven met meer dan tien werknemers is het gebruik van commerciële software de aangewezen weg, al dan niet via een intermediair. Het is te verwachten dat de Belastingdienst in afwachting van een eventueel hoger beroep vasthoudt aan de huidige werkwijze.