Uit een volgende zaak van de kantonrechter in Den Haag blijkt dat bij een beroep op de cumulatiegrond niet alleen de gronden apart moeten worden onderbouwd, maar ook de cumulatiegrond zélf goed moet worden gemotiveerd. De werkgever geeft in dit geval niet duidelijk aan waarom de combinatie van twee of meer ontslaggronden maakt dat van hem niet verwacht kan worden dat hij het dienstverband voortzet.
In deze zaak heeft de werkgever een beroep gedaan op ontbinding op basis van maar liefst vier ontslaggronden: verwijtbaar handelen van de werknemer, disfunctioneren, een verstoorde arbeidsverhouding en ‘andere omstandigheden’ én de cumulatiegrond. Alle gronden werden afgewezen: het verwijtbaar handelen van de werknemer acht de kantonrechter niet ernstig genoeg, voor wat het disfunctioneren betreft is er geen sprake van een goed verbeterplan, de verstoorde arbeidsverhouding is alleen het gevolg van het gedrag van de werkgever en het beroep op andere omstandigheden wordt ook verworpen.
Voor wat betreft de cumulatiegrond verwijst de werkgever naar de vier aangevoerde gronden, maar ook dit vindt de kantonrechter niet voldoende voor een ontslag. De werkgever laat na te motiveren waarom de combinatie van twee of meer gronden maakt dat van hem niet verwacht kan worden om het dienstverband voort te zetten.