Voor welke vrijstellingen geldt de verhoging
- Ouder-kind vrijstelling; (pleeg)ouders mogen aan hun (pleeg)kinderen vrijgesteld van schenkbelasting een bedrag schenken van € 6.604.
- Algemene vrijstelling; de vrijstelling van een schenker aan een ontvanger is verhoogd naar € 3.244.
Belangrijkste voorwaarden
- Als de schenker binnen 180 dagen na de schenking overlijdt wordt de schenking niet beschouwd als schenking maar als verkrijging volgens het erfrecht (en daar gelden andere vrijstellingen);
- Schenkingen van dezelfde schenker aan ontvangers die elkaars fiscale partner zijn, worden samengesteld;
- Schenkingen van schenkers die elkaars fiscale partner zijn aan dezelfde ontvanger worden samengeteld;
- Schenkingen die binnen één kalenderjaar van dezelfde schenker aan dezelfde ontvanger plaatsvinden, worden opgeteld als ware het één schenking;
- Schenkingen van (pleeg)ouders aan (pleeg)kinderen die binnen één kalenderjaar plaatsvinden worden samengeteld als één schenking. Dit geldt ook als ouders gescheiden zijn of niet kwalificeren als fiscaal partner.
Een hoger bedrag schenken dan de vrijstelling
Tot vorenstaande bedragen is een schenking belastingvrij. Als schenkingen van dezelfde schenker aan dezelfde ontvanger binnen één kalenderjaar hoger zijn dan de vrijstelling is schenkbelasting verschuldigd.
Tot wanneer is de verhoging geldig
De verhogingen gelden van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021.
Vrijstelling voor het betalen van schulden
Deze vrijstelling is niet gewijzigd in 2021 maar gezien de huidige coronacrisis wel goed om nog eens te behandelen.
Schenkingen zijn vrijgesteld als deze ten doel hebben hulp te verlenen aan personen die niet in staat zijn eigen schulden te voldoen.
Belangrijkste voorwaarden
- De vrijstelling geldt alleen als de ontvanger al zijn bezittingen te gelde heeft gemaakt. Eerst moet het eigen vermogen worden gebruikt voor het betalen van de schulden.
- De vrijstelling geldt alleen voor schulden die de ontvanger niet zelf kan betalen.
- Als meer wordt geschonken, dan is het meerdere belast.
- Alleen schulden die op korte termijn opeisbaar zijn of dringend betaald moeten worden vallen onder de vrijstelling.
- Als de overwaarde op de eigen woning van de ontvanger groter is dan de op korte termijn te betalen schulden, is de vrijstelling niet van toepassing.
- Er hoeft alleen rekening te worden gehouden met de financiële toestand van de ontvanger op het moment van schenking. Van belang is of ontvanger op het moment van schenking niet in staat is zijn schulden te voldoen. Met toekomstperspectief van inkomen of vermogen hoeft geen rekening te worden gehouden.
- Kwijtschelding valt niet onder de vrijstelling. Ook een ‘kasrondje’ valt niet onder de vrijstelling.