De werkgever en het instructierecht
Op basis van artikel 7:660 Burgerlijk Wetboek heb je – als werkgever – een instructierecht. De regels van het instructierecht worden begrensd door het goed werkgeverschap en het goed werknemerschap.
Zo mag je – als werkgever – geen onredelijke regels stellen en dienen deze regels waar mogelijk vooraf aan jouw werknemers kenbaar gemaakt te zijn. Werknemers zijn aan de andere kant gebonden om redelijke en voldoende kenbare instructies van jou als werkgever op te volgen. Vaak wordt dit laatste nog eens extra benadrukt in de arbeidsovereenkomst.
Daarnaast mag je –als werkgever – (uiteraard) met jouw instructies geen inbreuk maken op de grondrechten van jouw werknemers.
Wat speelde hier?
De werknemer werkte al sinds 2014 als chauffeur voor een patisserie/chocolaterie/ijssalon. Hij bracht goederen rond tussen vestigingen, bezorgde bij afnemers en haalde spullen op bij leveranciers.
Op 13 oktober 2020 stelde de werkgever verplicht dat iedereen binnen het bedrijf een mondkapje diende te dragen. Nadat werknemer dit weigerde, is hij hier meerdere malen op aangesproken. Uiteindelijk ontstond hierdoor een conflict en heeft werkgever de loonbetaling opgeschort en de werknemer op non-actief gesteld.
Uitspraak van de rechter
De werknemer startte een kort geding en vorderde loonbetaling en wedertewerkstelling. De rechter geeft aan dat de loonopschorting en op non-actief stelling door de werkgever in dit geval terecht was. De mondkapjesplicht was een redelijke instructie van werkgever en werknemer diende deze op te volgen. De rechter gaf wel aan dat zodra werknemer bereid was om een mondkapje te dragen, hij weer toegelaten moest worden tot de werkvloer en zijn achterstallig loon alsnog betaald diende te worden.
De situatie na het kort geding
Daags na het kort geding geeft de werknemer in een mail aan dat hij bereid is om een mondkapje te gaan dragen. Werkgever is er echter klaar mee en biedt de werknemer een beëindiging met wederzijds goedvinden aan, vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Uiteindelijk komen partijen er op die manier niet uit en werkgever doet bij de rechter een verzoek tot ontbinding.
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
De rechter wijst het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe, maar geeft aan dat er over en weer verwijten vallen te maken. Zo heeft de werkgever de instructie om een mondkapje te dragen niet goed geïntroduceerd in de organisatie en heeft zij de boel laten escaleren door een beëindigingsovereenkomst aan te bieden op het moment dat de werknemer weer wilde komen werken.
De werknemer krijgt daarom naast de transitievergoeding ook een billijke vergoeding van € 15.000,-.
Ons advies & contact
Deze uitspraken maken weer duidelijk, dat je – als werkgever – alle zorgvuldigheid moet betrachten als je afscheid van jouw werknemer wilt nemen, anders kan het je duur komen te staan.
Heb je vragen over coronamaatregelen en jouw werknemers? Neem dan contact op met één van de gespecialiseerde juristen van MKBzaken.