Vaste kostenvergoeding
Deze vaste kostenvergoedingen worden voor de loonheffingen doorgaans aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Een deel van de vergoeding zal dan gericht vrijgesteld zijn, het restant kan onder de vrije ruimte vallen.
Op grond van de wet kunnen de gerichte vrijstellingen op vergoedingen die zijn opgenomen in een vaste kostenvergoeding slechts worden toegepast als aan deze vergoedingen een onderzoek naar de werkelijk gemaakte kosten ten grondslag ligt. De uitbraak van COVID-19 heeft ervoor veel werknemers toe geleid dat een verandering is gekomen in de aard en omvang van de door hen te maken kosten. Bijvoorbeeld omdat nu vaker thuis wordt gewerkt. Deze wijziging zou voor u als werkgever aanleiding kunnen zijn om de omvang van de vergoeding te wijzigen. Ongewijzigde voortzetting van de vergoedingen zou er immers toe kunnen leiden dat de gerichte vrijstellingen niet langer van toepassing zijn.
Besluit noodmaatregelen coronacrisis
Door de staatssecretaris van Financiën is in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis echter goedgekeurd dat de werkgever gedurende het jaar 2020 geen wijziging aanbrengt in de vaste (reis) kostenvergoeding. Als een recht op een vaste reiskostenvergoeding afhankelijk was van een keuze van de werknemer (bijvoorbeeld bij een cafetariasysteem) moet deze zijn keuze uiterlijk op 12 maart 2020 hebben gemaakt.
Bij hun kamerbrief van 18 december 2020 hebben de betrokken bewindslieden echter gemeld dat de goedkeuring met betrekking tot een vaste reiskostenvergoeding in ieder geval doorloopt tot 1 februari 2021. In januari 2021 zal het kabinet terugkomen op verdere maatregelen.
Let op
Je mag als werkgever de bestaande vaste reiskostenvergoedingen nog onbelast vergoeden tot 1 februari 2021. Voorwaarde is dat jouw werknemer vóór 13 maart 2020 al een recht had op de vergoeding en door thuiswerken geen of minder reiskosten maakt.